‘Zóveel ouder voel ik me nu ook weer niet’

Corona was een nieuw hoofdstuk in de lange carrière van Gera de Hesse (59), al meer dan 20 jaar bovenbouwleerkracht aan de Molenstraat in Wijhe. Plotsklaps moest ze haar lessen digitaal geven: lang niet altijd makkelijk voor iemand die de tijd van schoolbord en krijtjes nog helder voor de geest kan halen. Maar, Gera paste zich aan en zag zichzelf meebewegen met de tijd.

Een carrière aan de Molenstraat
Gera’s carrière in Wijhe begon 22 jaar geleden, waar ze groep 3 en 4 onder haar hoede kreeg. Uiteindelijk ontwikkelde Gera zich tot een echte bovenbouwlerares: ‘Ik sta bijna 40 jaar voor de groep en heb nog nooit een dag kleuters lesgegeven. Dat is ook echt een ander vak, als je het mij vraagt.’

De lange carrière van Gera vormt geen uitzondering in haar team – integendeel zelfs. Het ervaren team moet zich blijven aanpassen, legt Gera uit en vertelt over de fusie met twee katholieke scholen in Wijhe, die een aantal jaar geleden werd gestart. ‘Dat heeft mentaal wel wat gedaan, natuurlijk. Dit jaar zijn we onze naam kwijtgeraakt – we heten nu locatie Molenstraat van de Mijnpleinschool Wijhe. Voor het onderwijs zijn nieuwe programma’s ontwikkeld, waarover we nu al allerlei lessen volgen met elkaar. We moeten leren dingen los te laten om te kunnen veranderen. Dat is niet altijd even makkelijk, maar ook een goede ontwikkeling.’

‘Over een paar jaar hopen we met alle locaties in een nieuw schoolgebouw te zitten,’ legt Gera uit. ‘Ik word in januari 60 en ik weet niet of ik het tot 67 volhoud, maar ik zou het wel harstikke mooi vinden om mijn laatste jaren in dat mooie nieuwe schoolgebouw te kunnen werken.’

Online lol hebben
Toen corona uitbrak, aan het begin van 2020, ontstond er eerst chaos op school. Gera vertelt hoe: ‘Alles moest snel gebeuren. We werden verplicht om lessen online aan te bieden en ja: dan slaat je de schrik wel even om het hart. Want kun je nagaan: als ik iets met een tablet of computer moet doen, dan werk ik echt nog met een instructiebriefje erbij, met daarop alle stappen die ik dan moet doorlopen. Ineens helemaal overschakelen op online, was voor mij een enorme stap. Uiteindelijk hielp mijn stagiaire me verder op weg. Zij was helemaal thuis in Google Classroom en maakte me helemaal wegwijs in dat programma: dat gaf ontzettend veel rust.’ 

Met de tweede gedwongen sluiting van de scholen, aan het begin van 2021, kon er uiteindelijk meer dan twee maanden geen fysiek onderwijs worden gegeven. Tijdens online lessen deed Gera bewust dingen om het ook dáár een beetje gezellig te maken. ‘Natuurlijk gebruik ik de online lessen niet alleen voor het overbrengen van lesstof, maar ook om een beetje sociaal te zijn met elkaar. Vorige week nog bijvoorbeeld, toen een van de kinderen een puppy had gekregen. Die werd natuurlijk meteen opgehaald en in beeld gebracht zodat iedereen hem kon zien. En toen ik jarig was hebben ze met z’n allen voor me gezongen. Achter hun schermen hadden ze ballonnen verzameld en ze hadden feestmutsjes op, om het samen te kunnen vieren.’


‘Toen we eindelijk weer naar school mochten, hoorde ik dat veel kinderen elkaar al die tijd niet hadden gezien,’ legt Gera uit. ‘Maar, toen ze weer samen kwamen was het alsof het allemaal niet gebeurd was. Ze pikten de draad zo weer op. Voor mijn gevoel heb ik niet zoveel gemist van het sociale leven van kinderen.’

Mee met de tijd
Op de Mijnpleinschool aan de Molenstraat vormt het digitale klaslokaal nu een mooie aanvulling op het echte, dat vanaf het voorjaar weer open mocht. Gera legt uit: ‘Nu zie je toch dat het afstandsonderwijs meerwaarde heeft gekregen. In Google Classroom zet ik allerlei opdrachten voor de kinderen klaar, waarna zij, heel handig, zelf mapjes kunnen aanmaken met het documentatiemateriaal. Collega’s en kinderen gebruiken het programma allemaal op hun eigen manier.’

Op bepaalde vlakken ziet Gera wel overeenkomsten met de nieuwe richting die de school na de fusie is ingeslagen. In de toekomst staat de deur van dat klaslokaal waarschijnlijk veel vaker open en kunnen kinderen er vaker voor kiezen om zelfstandig te werken (in een unit of op een leerplein; plekken die daar speciaal voor zijn gecreëerd) of zich in te schrijven voor instructie van een van de beschikbare leraren. ‘Dat frontale lesgeven, met één leraar voor de klas en een groep van meer dan twintig kinderen opgepropt in een klaslokaal, dat zul je in de toekomst waarschijnlijk veel minder zien. 

‘Ik ben natuurlijk jaren met een bord en krijtjes in de weer geweest,’ vervolgt Gera. ‘Toen het digibord kwam, dacht ik: hoe ga ik dat ooit voor elkaar krijgen? Nu is alle lesstof digitaal en kinderen loggen in op de software van de methodes. Je staat eigenlijk nooit meer met een boek in je handen. Maar, dat is ook juist het mooie: je gaat mee met de tijd. Toen ik jong was, dacht ik weleens na over later. Als ik zestig ben, dan ga ik toch niet meer voor de klas staan? Dat perspectief is nu heel anders. Zóveel ouder voel ik me nu ook weer niet.’